Anne Provoost

Anne Provoost schrijft kinderboeken en jeugdromans die je niet gemakkelijk vergeet. Incest, rechts-extremisme, achterbaksheid en ontpoppende seksualiteit zijn voor de Vlaamse schrijfster onderwerpen die niet geschuwd hoeven te worden in de jeugdliteratuur. "In het dagelijks leven ben ik nog wel te pruimen, geloof ik, maar mijn boeken zijn zwaarmoedig. Ik ben doodjaloers op Toon Tellegen. Zijn verhalen geven een licht gevoel in het hoofd. Mijn verhalen geven een wee gevoel in de maag."

Provoost werd geboren op 26 juli 1964 in het Belgische Poperinge. Al in haar jeugd schreef ze verhalen en pende ze dagboeken vol bespiegelingen die ze met potloodtekeningen illustreerde. Ze studeerde Germaanse filologie in Kortrijk en Leuven en concentreerde zich op haar studie, maar toen ze een week ziek te bed lag, schreef ze een verhaal waarmee ze prompt de verhalenwedstrijd van het tijdschrift Germania won. Een jaar later werd het pleit beslecht toen ze ook nog een tweede prijs kreeg bij een verhalenwedstrijd van Knack Weekend. 'Toen ze haar man vervolgens volgde naar Minneapolis (VS) begon ze aan een jeugdroman. Mijn tante is een grindewal verscheen een paar jaren later pas - in 1990 - nadat ze het talloze malen had herschreven en bewerkt: een techniek die ze nog steeds gebruikt. Provoost in een interview: "Noem het faalangst of perfectionisme. Maar ik denk dat het vooral is omdat ik graag puzzel aan de structuur. Ik zit steeds te zoeken welke informatie ik de lezer wanneer mag prijsgeven." Na anderhalf jaar kwam het echtpaar terug naar Antwerpen, waarna Provoost een parttime baan nam bij een uitwisselingsorganisatie voor middelbare scholieren. In 1995 werd ze echter fulltime schrijver. Ze woont met haar man en drie kinderen in Antwerpen.

Provoost schreef zowel boeken voor jonge als voor wat oudere kinderen. De hoofdpersonen in haar boeken worden vaak met een lastige opdracht opgezadeld. Soms moeten ze helpen om een ark te bouwen, in de wetenschap dat er over niet al te lange tijd maar een paar plaatsen in het schip te vergeven zijn. Soms hebben Provoosts hoofdpersonen last van bedplassen of moeten ze leren met een verstandelijk gehandicapt broertje om te gaan. Vaak zwijgen ze daarom, niet wetend wat ze moeten doen. In Mijn tante is een grindewal verzwijgt een meisje jarenlang dat haar vader haar misbruikt heeft. In Vallen verzwijgt een moeder het 'foute' oorlogsverleden van een grootvader. Hoofdpersoon Lucas raakt in de ban van neo-nazi Benoît, en lijkt de geschiedenis van zijn opa te herhalen. Lieke van Duijn in Trouw: "Anne Provoost is diep in de persoonlijkheidsstructuur, de denktrant en het jargon van de neo-nazi gedoken, zowel in die van de leidersfiguur als de volgeling. Haar Benoît is intelligenter, geraffineerder, doortrapter dan Yge Graman, Janmaat en Le Pen bij elkaar. Ze laat haarfijn zien hoe aantrekkelijk het voor jonge mensen als Lucas is, zich door hen te laten hersenspoelen."

Voor haar debuut Mijn tante is een grindewal kreeg Provoost de Boekenleeuw en de Interprovinciale Prijs voor Jeugdliteratuur. Voor Vallen (1994), dat over racisme en extreem-rechts gaat, kreeg ze zowel de Woutertje Pieterse Prijs voor kinder- en jeugdliteratuur als de Boekenleeuw, een Zilveren Leeuw en de eerste Gouden Uil voor jeugdboeken. In een interview in Trouw vertelt ze over de achtergronden van dit boek. "Ik weet dat engagement lang taboe is geweest in de Nederlandse jeugdliteratuur. Maar ik zie het als mijn taak om jongeren te wapenen tegen de retoriek van extreem rechts."

"Anne Provoost heeft zeer veel te vertellen," concludeerde Annemie Leysen in De Morgen. "Ze vertelt haar verhaal gedreven, vakkundig en meeslepend en, zo lijkt het, met hoogdringendheid." De structuur van Provoosts verhalen is dan ook verre eenvoudig: de verschillende verhaallijnen ontvouwen zich heel langzaam en grijpen aan het einde weer in elkaar. Meestal combineert Provoost twee of meer thema's die ze zorgvuldig in elkaar weeft, "zoals een spin die haar web bouwt". In haar laatste boeken toont ze zich een bekwaam herverteller en oprakelaar van oude verhalen.

In De Roos en het Zwijn (1997) hervertelt Provoost het klassieke verhaal van The beauty and the beast, maar het boek gaat in feit over de seksuele rijping van een jonge vrouw. Omdat het verhaal in de middeleeuwen speelt kan Provoost de schoonheid van de jonge vrouw Rosalena afzetten tegen de verminkingen en de vroege ouderdom van alle anderen - inclusief 'het beest' Thybeert. Schoonheid wordt zo bijna een taboe - verbeeld door de oerfiguren van de kinderlijke schoonheid, de elfen en de engelen. Provoost: "Belle et la Bete is voor mij altijd in de eerste plaats het verhaal geweest van hoe jonge vrouwen eerst afstand moeten doen van de vaderfiguur in hun leven om seksueel volwassen te kunnen worden." Onno Blom in Trouw: "Uiteindelijk moet je constateren dat Provoosts sprookje helemaal niet de hapklare moraal - het gaat niet om uiterlijke, maar om innerlijke schoonheid in het leven - wil opdienen, maar veel interessantere thema's aandraagt."

Provoost is een schrijfster die veel tijd besteedt aan research. Vaak neemt dit meer tijd in beslag dan het schrijven zelf. Pas op het laatst houdt ze zich intensief bezig met de stijl en formulering van de zinnen. De eerste aandacht is vooral gericht op de meerlagige structuur van haar boeken. Na de voltooiing van een bijna-definitieve versie is haar man de eerste lezer - haar moeder is de tweede. "Haar heb ik in het ongewisse kunnen laten, dus stelt zij over een maand of zes de echte vuurproef."

Provoosts meest recente werk is De Arkvaarders, een hervertelling van het bijbelverhaal over Noach. De hoofdpersoon van het boek is het jonge meisje Re Jana, dat samen met haar moeder en haar vader (een botenbouwer), de woestijn intrekt om daar te helpen bij de vreemde onderneming van ene Noach. Re Jana wordt de geliefde van Noachs zoon Cham en komt langzamerhand achter het geheim van de onderneming. Annemie Leysen in De Morgen: "In deze roman worden dwingende vragen gesteld. Leiden kritiekloze 'rechtschapenheid' en onvoorwaardelijke trouw aan een onredelijke overtuiging niet tot onrecht en eigenbelang? Genereert uitverkorenheid dan perversie? (...) Antwoorden krijg je als lezer, gelukkig niet. De Arkvaarders is geen moraliserend pamflet." Ook NRC Handelsblad was enthousiast. Marjoleine de Vos: "De Arkvaarders is een ongewoon rijk boek. Het snijdt zoveel aan, het is zo elegant geschreven, en het is zo adembenemend verteld dat het niet makkelijk is onberoerd te blijven."

Provoost schrijft niet alleen romans, maar ook toneelstukken. Zo schreef ze in opdracht van het Cultureel Centrum Hasselt de theatertekst Het hart van tweeDe eenakters werden in juni 1994 uitgevoerd door studenten van de Toneelacademie in Maastricht. Het is tot nu toe haar enige toneelstuk. Van Vallen, Provoosts tweede boek is recentelijk een film uitgekomen, gemaakt door Hans Herbots (zie www.falling.be).

Foto auteur: Sophie Kandaouroff